In deze cursus leer je de volgende dingen:
• Je leert hoe je theorieën en historische gegevens kunt begrijpen en problematiseren rond de verbeelding en praktijk van het auteurschap;
• Je leert schrijvers, uit Nederland en Vlaanderen, vergelijken aan de hand van diverse variabelen: heden en verleden, nationaal en internationaal perspectief;
• Je leert hoe je de positie van schrijvers als ‘ondernemers’ kunt karakteriseren en problematiseren vanuit theoretische en historiografische invalshoeken;
• Je leert in verschillende vormen communiceren over deze thema’s: in discussies, mondelinge voordrachten, wetenschappelijke teksten (geconcretiseerd in portfolio-opdrachten) en journalistieke stukken, zowel voor medestudenten als voor een algemeen publiek.
|
|
Deze cursus kent twee leerlijnen. In de vakinhoudelijke leerlijn benaderen we de Nederlandse literatuur vanuit het thema: schrijverschap als ondernemerschap in (inter)nationale contexten. We richten ons op vragen als: hoe opereren schrijvers in een (internationale) markt? Hoe presenteren ze zich? Hoe gaan ze om met opdrachtgevers, subsidiegevers, internationale projecten/festivals et cetera? Welke betekenis en invloed hebben dit soort financiële en praktische kwesties op wat een schrijver produceert en op de manier waarop zijn/haar werk het (lezers)publiek bereikt? Er is structurele aandacht voor de internationale verspreiding van de Nederlandse literatuur uit historische en moderne periodes en de vraagstukken worden comparatief bestudeerd.
De tweede leerlijn richt zich op de vaardigheid journalistiek schrijven: je analyseert de genrekenmerken van verschillende media en je leert hoe je aan de hand van die genrekenmerken een achtergrondartikel kunt schrijven en verbeteren voor één van die media
Arbeidsmarktoriëntatie:
Opdrachten met communicatieve vaardigheden, bijdragen uit het werkveld, contacten met alumni in werkveld.
|
 |
|