In deze cursus maken studenten kennis met de rol van onderzoekers buiten de universiteit. Welke bedrijven, overheden en non-profit organisaties hebben behoefte aan onderzoek naar media, taal, cultuur, geschiedenis, communicatie, gender?
Hoe leg je als geesteswetenschappelijke specialist contacten, hoe maak je onderzoeksplannen, hoe stem je af waar de ‘opdrachtgever’ behoefte aan heeft en wat jij kunt ‘leveren’? In de cursus leren studenten aan de hand van een voor een zelfgekozen organisatie een onderzoeksvoorstel  te maken en hoe zij zelfstandig en onafhankelijk kunnen optreden in een context waar onderzoek direct ‘relevantie’ moet zijn of ‘nut’ moet hebben.
Er is aandacht voor multidisciplinaire samenwerking (studenten vormen teams waarin verschillende vakgebieden vertegenwoordigd zijn), voor  opzet en vraagstelling, presentatie en rapportage, budgettering, planning en cultureel ondernemerschap.  Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen het werken voor commerciële, idealistische of publieke organisaties en hoe vind je uit wat jou het meeste ligt? Een deel van de cursus is praktisch ingevuld: het inzicht in de vaardigheden en specifieke kennis die je nodig hebt om succesvol te kunnen werken als onderzoeker buiten de universiteit pas je meteen toe bij het werken aan een onderzoeksvoorstel.
Niet alleen bereidt deze cursus studenten voor die na hun studie het onderzoek in willen, ook als je een bachelorstage op niveau 3 gaat doen is deze cursus heel geschikt als voorbereiding. Studenten TCS en LAS kunnen de cursus samen met een stage opnemen in een zogenaamd 'stagepluspakket' binnen hun GW-hoofdrichting.  Andere GW-studenten kunnen er ook voor kiezen hun stage - al dan niet gedeeltelijk - naast deze cursus te doen.'