Deze cursus biedt een introductie op de geschiedenis, theorie en analyse van theater en dans, met het accent op de 20e en 21e eeuw. We gaan na hoe verschillende visies op theater, dans en performance hebben geleid tot nieuwe vormen en stijlen en hoe dit samenhangt met veranderingen in mens- en wereldbeeld. Theater en dans zijn onlosmakelijk verbonden met enscenering en staging; praktijken die we tegenwoordig niet alleen in maar juist ook buiten het theater aantreffen. In de hoorcolleges bieden we een inleidend overzicht op belangrijke ontwikkelingen in de theater- en dansgeschiedenis, aan de hand van opvallende makers, stromingen en analyseconcepten. In de werkcolleges leer je hoe je een dramaturgische analyse van een tekst of (dans)voorstelling maakt, waarbij we ook aandacht besteden aan historische context en theatersemiotiek. Bij een dramaturgische analyse bestudeer je drie niveaus waarop een tekst of (dans)voorstelling betekenis krijgt. We maken hierbij een onderscheid tussen a. de ordenings- en compositieprincipes waarmee de relatie tussen performer, publiek en ruimte wordt georganiseerd; b. de wijze waarop de toeschouwer door deze ordening wordt aangesproken en gepositioneerd; en c. de wijze waarop de theater- of dansvoorstelling zich verhoudt tot de maatschappij waarvan ze deel uitmaakt.
In de cursus bieden we een actieve oriëntatie op de theater- en danspraktijk door voorstellingsbezoek, nagesprekken met makers en een praktische workshop over dramaturgie
 
Deze cursus maakt onderdeel uit van basispakket 2 van Media en Cultuur en bouwt voort op historische en theoretische kennis die is opgedaan in basispakket 1 en biedt verdere training in academische (onderzoeks)vaardigheden, met een bijzondere focus op analysevaardigheden.