|
Studenten doen in deze cursus gedegen kennis op van de historische ontwikkeling van kenmerkende Europese instituties en de Europese cultuur. Aan de hand van specifieke ‘casestudies’, zoals het prestige van de stad Rome als religieus en cultureel centrum of de ideologie van de Griekse Opstand tegen het Osmaanse Rijk, raken studenten vertrouwd met actuele historische debatten omtrent de Europese geschiedenis en identiteit.
|
|
Dit is cursus 1 uit Verdiepingspakket 1: Fundamenten van Europa.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding.
Wat maakt Europa eigenlijk tot Europa? Waar liggen de grenzen van Europa? In hoeverre kennen de moderne Europese naties ondanks hun historische verdeeldheid een gedeelde politieke en culturele ontwikkeling? Een groot deel van de concepten die als kenmerkend worden gezien voor de Europese, en in bredere zin ook de ‘Westerse’ beschaving, hebben wortels in de Oudheid en de Middeleeuwen. Denk bijvoorbeeld aan vrijheid en democratie, het handelskapitalisme, het vooruitgangsdenken en de moderne wetenschap. De nationale identiteit van veel Europese landen is bovendien gebaseerd op de ideeën die men in de 19e eeuw had van het eigen premoderne verleden.
In de cursus Denken over Europa: macht, religie en identiteit onderzoeken we de wordingsgeschiedenis van de voornaamste ideeën en instituties die Europa tot Europa hebben gemaakt. We kijken onder meer naar de rol van religie, het fenomeen van de stad, de erfenis van Rome, de opkomst van de natiestaat, en de bijzondere rol die Oudheid en Middeleeuwen hierin speelden. Door na te denken over lange-termijnontwikkelingen en het bekend raken met enkele basisbegrippen in het hedendaagse wetenschappelijk en maatschappelijk debat (denk aan identiteit, etniciteit, burgerschap en de natiestaat) onderzoeken we de historische wortels van onze maatschappij. We kijken naar het belang van de geschiedschrijving voor de ontwikkeling van nationale identiteiten en de rol die het ‘Klassieke Erfgoed’ zou hebben gespeeld in de Renaissance en de Verlichting. Ook besteden we aandacht aan het beeld van het despotische en statische ‘Oosten’ als tegenhanger van het ‘Westen’, en aan de plaats van religie in het Middeleeuwse Europa.
|
 |
|