CloseHelpPrint
Kies de Nederlandse taal
Course module: RGMUPRV210
RGMUPRV210
Capita Selecta Corporate Law: Gender Balanced Company Boards
Course info
Course codeRGMUPRV210
EC2.5
Course goals
Na afloop van Capita Selecta:
  • heeft de student diepgaande kennis van en inzicht in een aantal deelterreinen van het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht en het mededingingsrecht;
  • heeft de student kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen Europese en internationale ontwikkelingen en (onderdelen van) deze rechtsgebieden, en is in staat om de internationale en nationale maatschappelijke context van (onderdelen van) het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht en het mededingingsrecht mee te wegen in de analyse van deze rechtsgebieden.
  • is de student in staat om zelfstandig en in korte tijd diepgaande kennis en inzicht te verwerven in een vraagstuk of onderwerp op het terrein van het privaatrecht, mede met het oog op het professioneel functioneren op de arbeidsmarkt;
  • is de student in staat om zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis op integere en methodologisch verantwoorde wijze te vergaren, deze op waarde te schatten en daarop kritisch te reflecteren en deze op systematische wijze te verwerken en te ordenen, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld;
  • kan de student kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling begrijpelijk, gestructureerd, correct en overtuigend communiceren aan een publiek van specialisten en niet-specialisten;
  • is de student is in staat theorie en praktijk met elkaar te verbinden in het bijzonder door een analyse te maken van en oplossingen aan te dragen voor juridische kwesties die in de praktijk spelen aan de hand van de theoretische kennis en inzichten die zijn verkregen.
Content
Equality between men and women is one of the core values of the European Union. However, across the EU women are underrepresented in decision-making positions in politics and business. In November 2012, the Commission published a proposal for a Directive on improving the gender balance among non-executive directors of companies listed on stock exchanges (COM(2012) 614 final). The purpose of this proposal is to “substantially increase the number of women on corporate boards throughout the EU by setting a minimum objective of a 40% presence of the under-represented sex among the non-executive directors of companies listed on stock exchanges and by requiring companies with a lower share of the underrepresented sex among the non-executive directors to introduce pre-established, clear, neutrally formulated and unambiguous criteria in selection procedures for those positions in order to attain that objective” (p. 5 of the Explanatory Memorandum). Thus, the aim of this new legislation is to accelerate progress towards a better gender balance on the corporate boards of European companies. At the same time, numerous EU Member States have initiated national legislation or other measures in the field. National approaches vary from legislative to self- and co-regulatory ones. In this course module we will look at these measures to improve the gender balance in company boards. After an introduction of the European regulatory framework, we will study a few of the national approaches and compare these with the EU approach on this issue. Each student will be asked to study this theme from a different perspective in a paper. We shall then have joint sessions in which a debate can take place. The grade shall be given on the basis of the paper.

Learning goal:
After the completion of this Caput, a student will be able to:
  • analyse a societal problem and define the relevant issues
  • analyse and compare different approaches to regulate (and enforce) the relevant problem
  • design a governmental advice.

Algemeen
Capita Selecta Onderneming en Recht I (10 EC) Capita Onderneming en Recht II (5 EC) (verder: CSO&R I en CSO&R II) zijn zogenaamd "carrouselvakken", waarbinnen u in totaal zes modules volgt.
 
We bieden op deze wijze een jaarlijks wisselend palet aan van actuele en spannende ondernemingsrechtelijke, commercieel vermogensrechtelijke, arbeidsrechtelijke en mededingingsrechtelijke onderwerpen in de vorm van kortlopende modules van drie weken. Zo'n module is een korte, hevige ‘onderdompeling’ in een juridisch probleem of kwestie van beperkte omvang. Elke module vergt veel zelfstudie en is flexibel ingevuld (zowel qua onderwerp; groepsgrootte; toetsvorm; en taal). CS heeft als belangrijk voordeel dat het u in staat stelt om binnen het vak aansluiting te zoeken bij uw eigen persoonlijke voorkeuren. Het inhoudelijke aanbod zal per jaar wisselen. Inhoudelijk kan dus alles dat met een van de hierboven genoemde rechtsgebieden van doen heeft aan de orde komen.
 
Omdat we in een eenjarige masteropleiding niet alle thema's en onderwerpen kunnen onderwijzen, kiezen we ervoor om de student grotendeels zelf, maar goed begeleid, de diepte in te laten gaan op een beperkt terrein. Binnen de genoemde modules kweekt u niet alleen op dat specifieke terrein veel kennis, maar ook de vaardigheid om u in een bepaald thema snel in te werken, net zoals u dat later als rechter of advocaat moet kunnen. Voor verdieping is begrip van de basis nodig; die zult u echter - indien nodig - zelf moeten bijspijkeren. Een probleem is dat niet, want het gebeurt binnen de context van een specifieke rechtsvraag.
 
Er is echter één module die een andere opzet heeft en die door iedereen moet worden gevolgd. Dat is de onderzoeksmodule. Tijdens deze module wordt de concept-onderzoeksopzet van de scriptie geschreven. Na de oriënterende fase van het OST-traject gaat u zelfstandig, doch onder begeleiding van een ervaren onderzoeker, aan de slag met uw scriptieonderwerp. U ontwerpt een probleemstelling, onderzoeksvraag, een methoden-sectie en een tekst over de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van uw onderzoeksvraag.
Voor deze onderzoeksmodule ontvangt u geen cijfer, maar een voldoende of een onvoldoende.  Als u een voldoende haalt, krijgt u een scriptiebegeleider toegewezen. Deze scriptiebegeleider beoordeelt uw onderzoeksopzet opnieuw en geeft suggesties voor de definitieve onderzoeksopzet, aan de hand waarvan u uw scriptie gaat schrijven.  
N.B. Als u een onvoldoende haalt voor de onderzoeksmodule, kunt u niet starten met uw scriptie. De vertraging die u hierdoor oploopt, heeft consequenties voor uw studieplanning.
Over de mogelijkheid om de onderzoeksmodule in een later blok te herkansen of in te halen, wordt u nog geïnformeerd.
 
Aan de vereisten van CSO&R I (10 EC) is voldaan zodra uit Osiris blijkt dat u drie modules met succes hebt behaald en ook aan de vereisten van de onderzoeksmodule is voldaan. Aan de vereisten van CSO&R II (5 EC) is voldaan, zodra uit Osiris blijkt dat ook voor de twee overige modules een voldoende is behaald.
 
Periode 3 is onderverdeeld in drie blokken van drie weken, hetgeen tot gevolg heeft dat u ieder blok twee modules volgt.
 
Binnen een module is geen reparatie mogelijk. Voor maximaal twee modules mag een onvoldoende worden behaald of door overmacht een ND worden verkregen.  Beroept u zich op overmacht, dan geldt deze overmacht ook voor de andere in hetzelfde blok gevolgde module.  De modules in de andere blokken moeten derhalve met succes worden afgerond. Als u een module moet repareren, kunt u voor een herkansingsmodule maximaal een 6 behalen.
 
Mocht u in periode 4 gebruik (moeten) maken van de reparatie of inhaalmogelijkheid, dan heeft dat invloed op uw scriptieplanning. Eventuele vertraging die u oploopt bij het schrijven van uw scriptie is uw eigen verantwoordelijkheid. De scriptiedeadline blijft onverkort gelden.
 
CloseHelpPrint
Kies de Nederlandse taal