Het tweede deel, Galoistheorie, komt voort uit klassieke problemen in de wiskunde. Bijvoorbeeld klassieke constructie problemen met passer en liniaal (trisectie van de hoek, quadratuur van de cirkel) en het probleem van de oplossing van hogere graadsvergelijkingen. Door studie van de achterliggende symmetrieën (Galoisgroepen) kunnen we vaak komen tot een oplossing van deze problemen. Belangrijk hierbij is de theorie van de lichamen (systemen met optelling, vermenigvuldiging en deling). De volgende begrippen komen ter sprake: lichaamsuitbreidingen, constructies, normaal/separabel, Galoiscorrespondentie, oplosbaarheid, eindige lichamen

Vereiste voorkennis: Groepentheorie

Kennis en inzicht. Na afronding van de cursus kent de student:

• het begrip ring en voorbeelden van ringen

• de begrippen: ringhomomorfisme, ideaal, priemideaal en maximaal ideaal, domein, lichaam,

delingsring, lichaamsuitbreiding en Galoisuitbreiding.

• verschillende toetsen voor irreducibiliteit van polynomen

• de Chinese Reststelling

• voorbeelden van eindige lichamen

• de Galoiscorrespondentie en toepassingen

• construeerbare getallen

• de primitiefelementstelling

Vaardigheden: Na afronding van de cursus kan de student:

• polynomen in irreducibel factoren ontbinden

• verschillende eigenschappen van ringen bewijzen

• Galoisgroepen uitrekenen

• de Galoiscorrespondentie toepassen

• constureerbare getallen herkenen

• bepalen of de wortels van een polynoom algebraïsch gevonden kunnen worden

Onderwijsvormen: Er is 2 keer per week hoorcollege van 2 uur en 2
keer per week werkcollege van 2 uur.
Toetsvormen:Elke twee weken wordt er een huiswerkopgave gegeven.
Het eindcijfer bestaat voor 20% uit het totaalresultaat van de
huiswerkopgaven en voor 80% uit het tentamen,
met als voorwaarde dat het totaalresultaat voor het tentamen
minimaal 5 moet bedragen. 
Het herkansingstentamen wordt als een geheel afgenomen.
Eerdere resultaten voor huiswerk worden niet meegerekend.