Programmeren in de Wiskunde is een contextvak.
In dit vak leren we eerst de basisvaardigheden van het programmeren (in Python 3.0), met een nadruk op toepassingen binnen de wiskunde. Daarnaast behandelen we ook zaken eromheen zoals: het opsporen van fouten, het testen van code, versiebeheer (GitHub) en het reproduceren van resultaten.
|
|
Als wiskundige kun je op meerdere manieren in aanraking komen met programmeren, bijvoorbeeld in het ontwikkelen van algoritmen voor simulaties (bv. weermodellen), het vinden van structuur in grote datasets (bv. Google of Facebook) en zelfs getaltheorie (bv. het ontbinden van getallen).
Computerexperimenten zijn, naast experimenten en theorie, een belangrijk gereedschap in het bedrijven van wetenschap. Het is is dan ook belangrijk dat een computerexperiment aan alle eisen voldoet die je ook van een normaal experiment zou verwachten: de opstelling
(computercode) moet correct zijn en het experiment moet reproduceerbaar zijn.
In dit vak leren we eerst de basisvaardigheden van het programmeren (in Python 3.0), met een nadruk op toepassingen binnen de wiskunde. Daarnaast behandelen we ook zaken eromheen zoals: het opsporen van fouten, het testen van code, versiebeheer (GitHub) en het reproduceren van resultaten.
|
|