|
De studenten kunnen:
- een literatuur- en cultuurhistorische lijn structureren rond abstracte concepten als 'burger', 'burgerschap' en 'burgerlijkheid'
- repertoirekennis opbouwen over zowel canonieke als niet-canonieke werken uit de Nederlandse literatuur
- interdisciplinair denken over literatuur (aanpalende gebieden: begrips-, en identiteitsgeschiedenis)
- binnen een afgebakend probleemgebied eigen vragen stellen, eigen prim. en sec. bronnenmateriaal (onder)zoeken.
|
|
|
Dit is de vierde cursus in het verdiepingspakket "Nederlandse literaturen in hun contexten door de eeuwen heen'.
‘Burgerlijk’. Het woord wordt tegenwoordig zelden positief gebruikt, eerder als muffig, braaf, benepen. Toch: juridisch gezien vormt burgerschap de grondslag van de moderne democratie. In sociologisch opzicht behoort zeker in Nederland een groot deel van de bevolking tot de burgerlijke middenklasse. Ethisch gezien zullen veel mensen burgerdeugden omarmen (geen rommel op straat gooien, een goed doel steunen, etc.) Waarom lijkt in de literatuur een negatief beeld van een 'braaf' burgerlijk leven populair, terwijl in de praktijk lezers & schrijvers meestal niets anders zijn dan burgers? En: hoe homogeen is dat literaire beeld van de burger nu precies, of is er juist sprake van grote diversiteit?
Deze vragen - vanuit cultuurhistorisch perspectief benaderd - vormen de leidraad van de cursus. Het tijdvak is 1800 tot heden, de gekozen teksten reflecteren cruciale gebeurtenissen (o.a. 1848, opkomst van het fascisme, de culturele revolutie in '60). Zowel canonieke als populaire literaire teksten worden bestudeerd: het gaat dus om de representatie van de burger in bv. Avant-garde literatuur, maar ook in cabaretteksten.
Studenten kiezen een eigen casus voor hun eindopdracht. Ze moeten daarbij op zoek naar eigen bronnen en secundair materiaal, vertrekkend vanuit de syllabus.
Deze cursus is het 4e vak in Verdiepingspakket Nederlandse literaturen.
Luistertaal
In deze cursus is Luistertaal mogelijk. Deze cursus wordt aangeboden in het Nederlands. De cursus staat ook open voor studenten die deze taal vooral receptief beheersen (als luistertaal). Deze studenten kunnen desgewenst in het Engels of Afrikaans deelnemen, en ook toetsonderdelen in die talen afleggen. Als je van luistertaal gebruik wilt maken, neem dan direct na inschrijving contact op met de docent. Let op: als je van luistertaal gebruik maakt, dan wordt deze cursus opgenomen in de profileringsruimte van je opleiding. De cursus kan dan niet gelden als taalspecifieke cursus binnen het major of minor onderdeel van je opleiding.
|
 |
|