SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: ME3V15009
ME3V15009
Methoden van publieksonderzoek
Cursus informatie
CursuscodeME3V15009
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Bij het met succes voltooien van deze cursus zijn studenten in staat om geheel zelfstandig een publieksonderzoek uit te voeren, in zowel academische als niet-academische context (b.v. voor opdrachtgevers). Ze kunnen daarbij weloverwogen keuzes maken voor gebruikelijke methodes in dit onderzoeksveld (en weten dus goed wat voor- en nadelen zijn van bijvoorbeeld experimenteel onderzoek, focus group onderzoek, think-aloud studies, etnografische benaderingen, diepte-interviews). De studenten beheersen aan het einde van de cursus onderzoekvaardigheden die zowel binnen (stage, BA-eindwerkstuk, MA-thesis) als buiten de academie van pas kunnen komen: ze kunnen deugdelijke questionnaires opstellen, data verzamelen, basale statistische analyses uitwerken en interpreteren, experimentele (beleids)evaluaties uitvoeren, en een wetenschappelijk verantwoorde verslaglegging verzorgen. Bovendien zijn de studenten in staat om (bestaand en eigen) onderzoek op verschillende vormen van validiteit te beoordelen, een vaardigheid die essentieel is voor bijvoorbeeld de vorming van ‘evidence based’ beleid. Behalve deze vaardigheden verkrijgen studenten meer inhoudelijk inzicht in receptieprocessen. Vanuit studierichtingen als theater-, film-, televisie-, muziek-, en literatuurwetenschap worden theorieën en hypotheses bestudeerd aangaande receptieprocessen en in deze cursus geoperationliseerd en getoetst.
Inhoud
In deze cursus worden sociaalwetenschappelijke methoden en technieken van onderzoek besproken. Ten behoeve van het bestuderen en zelf uitvoeren van een publieksonderzoek met betrekking tot een van de geesteswetenschappelijke studierichtingen (b.v. de theater-, film-, televisie-, muziek, of literatuurwetenschap) zullen studenten vertrouwd gemaakt worden met verschillende vormen van theoretisch-empirisch onderzoek, met basisbegrippen uit de theoretisch-empirische benaderingen, met methodologie en statistiek. De verschillende aspecten die in empirisch onderzoek te onderscheiden zijn worden behandeld, zoals de empirische cyclus, verificatie en falsificatie, het uit een theorie afleiden van toetsbare hypothesen, operationalisering, kwantitatieve en kwalitatieve methoden, vragenlijstconstructie, validiteit en betrouwbaarheid, gegevensverwerking, rapportage en evaluatie van de resultaten in samenhang met het gestelde doel. Gaandeweg wordt een globaal overzicht geboden van het theoretisch-empirisch onderzoek zoals dit in het publieksonderzoek frequent wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld onderzoek naar de toeschouwersbeleving, focusgroepanalyse). In kleine werkgroepen zal stapsgewijs, en onder begeleiding van de docent, naar een theoretisch-empirisch onderzoeksvoorstel met betrekking tot een publieksonderzoek worden toegewerkt. Anders dan bij andere vakken wordt het hier ook daadwerkelijk uitgevoerd.

Deze cursus maakt onderdeel uit van het minorpakket Kunst, Beleid en Maatschappij (KBM). De minor KBM biedt een goede kennismaking met het beleid van overheden en instellingen op het gebied van kunst en cultuur en vraagstukken die daaruit voortvloeien.
SluitenHelpPrint
Switch to English