|
Na het afronden van de cursus hebben studenten kennis van en vaardigheid in het toepassen van:
- Beleid en interventies ten aanzien van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid (re-integratie, verzuimpreventie, etc.).
- Geschiedenis van de arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid en ARBO-beleid in Nederland.
- De veranderde aard en betekenis van werk en ziekte in moderne westerse samenlevingen.
- Disciplinaire en interdisciplinaire theorieën m.b.t. ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
Na het afronden van de cursus kunnen studenten:
- Zelfstandig en op wetenschappelijk verantwoorde wijze vraagstukken m.b.t. verzuimbegeleiding en arbeidsre-integratie analyseren, in historisch-maatschappelijke context plaatsen en evalueren.
- Sterke en zwakke punten in verschillende beleids- en interventiestrategieën m.b.t. deze vraagstukken bepalen.
RELATIE TOETS-LEERDOELEN:
Met het tentamen worden kennis en analysevaardigheden op het domein van de cursus beoordeeld.
Met het portfolio wordt de vaardigheid in het toepassen van de doelen op het domein van de cursus beoordeeld.
|
 |
|
|
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zijn in Nederland vergeleken met tien jaar geleden weliswaar verminderd, maar uitval wegens lichamelijke en psychische klachten blijft onverminderd een bron van aandacht. In deze cursus worden zowel de oorzaken als de mogelijke oplossingsrichtingen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid (collectief en individueel) belicht. De nadruk ligt daarbij op werkgerelateerde psychosomatische vormen van arbeidsongeschiktheid. In de cursus bieden we:
-
Een algemene historisch-maatschappelijke analyse van (a) de wetgeving en beleidsmaatregelen ten aanzien van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, (b) veranderingen in de plaats van werk in het leven van burgers, en veranderingen in de aard en inhoud van werk, (c) veranderingen in de houding en praktijken ten opzichte van ziekte en gezondheid onder de Nederlandse bevolking (bijvoorbeeld protoprofessionalisering). Waar mogelijk en nuttig worden vergelijkingen met omringende landen getrokken.
-
Inzicht in factoren en processen in de interactie tussen werknemer, werksituatie en bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundigen: (a) welke psychische en sociale processen spelen een rol bij ziek en beter worden, en wat zijn cruciale momenten daarin, (b) hoe verloopt het traject van ziekmelding naar arbeidsongeschiktheid (Wet Verbetering Poortwachter en de WIA), en welke praktijken bestaan er op het gebied van verzuimbegeleiding en re-integratie, (c) op welke momenten en in welke processen kan het best worden geïntervenieerd om ziekteverzuim te voorkomen of te bekorten, en om re-integratie te versnellen en te bevorderen.
-
Een visie op preventie vanuit het perspectief van duurzame inzetbaarheid: (a) wat verstaan we onder duurzame inzetbaarheid, (b) wat kan en moet de werkgever met duurzame inzetbaarheid, (c) hoe kan duurzame inzetbaarheid gerealiseerd worden bij oudere werknemers, flexwerkers, laagopgeleiden en werknemers in zware beroepen.
De analyse krijgt reliëf door de bespreking van casussen en actuele kwesties (bijvoorbeeld de WIA en de Wajong), waarbij enerzijds de verschillen tussen sectoren en bevolkingscategorieën in ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid worden belicht, en anderzijds verschillende interventiepraktijken ten aanzien van verzuimpreventie en re-integratie op hun uitgangspunten en effectiviteit worden bekeken.
Academische vaardigheden
-
Verzamelen, synthetiseren en structureren van informatie
-
Verwerken van theorieën en onderzoeksgegevens in probleemanalyses
-
Vergelijkenderwijs evalueren van beleids- en interventiestrategieën
|
|
|