SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200300837
200300837
Beleid en politiek
Cursus informatie
Cursuscode200300837
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Studenten die de cursus met een voldoende afronden kunnen:
  • de Nederlandse politieke en bestuurlijke systeem en cultuur in algemene zin beschrijven en vergelijken.
  • het verloop van een bestaand beleidsproces reconstrueren en de gebeurtenissen verklaren aan de hand van sociaalwetenschappelijke theorieën over het verloop van beleidsprocessen.
  • beleidsinstrumenten- en maatregelen typeren en afwegen op basis van de politieke houdbaarheid, de haalbaarheid van de uitvoering en het maatschappelijk draagvlak.
  • relevante beleidsteksten opzoeken en analyseren
  • helder rapporteren en op academisch niveau beargumenteren en analyseren.
Inhoud
In deze cursus leren studenten beleidsprocessen, en de (politieke) context waarbinnen beleid tot stand komt, te begrijpen en te analyseren. Veel studenten in de sociale wetenschappen zullen in hun latere beroepspraktijk direct of indirect met beleid en politiek in aanraking komen. Deze cursus zet een eerste stap in het ontwikkelen van kennis en vaardigheden op dit terrein We starten met de introductie van de belangrijke actoren en instituties in de Nederlandse en internationale bestuurlijke en politieke context. Vervolgens gaan we, na een overzicht van de belangrijkste concepten en theorieën van de beleidssociologie, stapsgewijs de fasen van het beleidsproces langs: er wordt bijvoorbeeld besproken waarom sommige onderwerpen de publieke agenda bereiken en andere niet, hoe besluitvorming verloopt, waarom sommige oplossingen voor maatschappelijke problemen worden opgenomen in beleid en andere niet, en wat succes- en faalfactoren in de uitvoering zijn. Parallel hieraan verkennen we de belangrijkste vraagstukken en actoren in een aantal specifieke velden binnen de Nederlandse institutionele context (onder andere de politiek, het onderwijs en de arbeidsmarkt). Door de hele cursus heen leren studenten hoe zij overheidsbeleid en de totstandkoming ervan kunnen begrijpen en analyseren met behulp van theorieën uit de sociologie, politicologie en bestuurskunde. Voor studenten is dit een interessante cursus omdat zij leren om de diepere (en spannende) achtergrond te doorgronden van belangrijke, actuele maatschappelijke discussies. Hierdoor leren zij om discussies zuiverder te voeren en argumenten wetenschappelijk te onderbouwen. 
 
De behandelde stof in de hoorcolleges wordt toegepast in de werkgroepen. Dit gebeurt aan de hand van een aantal actuele cases ontleend aan krantenartikelen, onderzoeksrapporten en beleidsteksten.
 
Studenten worden op verschillende manieren getoetst. Naast het maken van een tentamen, schrijven studenten een paper waarin ze een bestaand beleidsproces analyseren met behulp van wetenschappelijke theorieën en maken ze een opdracht aan de hand van een computerspel.
 
Deze cursus sluit voor studenten van de Bachelor Sociologie goed aan op de cursus Sociale problemen (200300858), maar kan door studenten van andere opleidingen ook prima zonder deze voorkennis worden gevolgd. De cursus vormt een goede voorbereiding op de cursus Policy and Evaluation Research (BA 2, code 201600411).
 
Eindtermen
Deze cursus draagt bij aan het behalen van de volgende eindtermen van de Bachelor Sociologie:
 
Probleem/Theorie:  
1a        De belangrijkste maatschappelijke problemen in de hedendaagse Nederlandse samenleving in internationaal vergelijkend en historisch perspectief; alsmede het verschil met sociologische vragen.
1c        Belangrijkste theoretische tradities in de sociologie en inhoud van belangrijke theorieën; kennis van gezaghebbende empirische bevindingen en besef van hun relevantie.
1d        Maatschappelijke problemen analyseren en deze ‘omzetten‘ in sociologische problemen; en deze deelproblemen ordenen onder overkoepelende sociologische problemen.
1f         Oordelen over de urgentie van maatschappelijk probleem; vaststellen of (o.a. in relatie met het maatschappelijk probleem) een sociologisch probleem goed is gesteld.
 
Beleid:
3a        Kennen de loop van de beleidsprocessen, de maatschappelijke betekenis van beleidsinterventies en hun implicaties.
3b        Wijze waarop theoretische kennis kan worden gebruikt om beleidsinterventies voor te stellen en de wijze waarop gevoerd beleid kan worden verklaard en geëvalueerd.
3c        Haalbaarheid van voorgestelde oplossingen inschatten; bestaand beleid in relatie tot (vaak) tegenstrijdige visies van belanghebbenden evalueren.
3d        Inschatting maken van de werkzaamheid van voorgesteld of uitgevoerd beleid.
 
Academische vaardigheden:
4a        Beschikken over algemene professionele en academische vaardigheden met betrekking tot de Nederlandse en de Engelse taal
4b        Teksten lezen: begrip en interpretatie; hoofd- en bijzaken onderscheiden.
4c        Kunnen in woord op het niveau van een beginnend academisch professional rapporteren zodanig dat een algemeen publiek het belang begrijpt van hetgeen wordt geschreven
4d        Kunnen mondeling presenteren, discussiëren, helder formuleren en adequaat rapporteren;
4f         Kunnen actief deelnemen aan groepsdiscussies, constructief commentaar geven en in kleine groepen samen werken.
SluitenHelpPrint
Switch to English