|
Na afloop hebben studenten kennis over een aantal kernthema’s rond de positie van Nederlandse en Vlaamse schrijvers in theoretisch, internationaal en diachroon perspectief. Zij kunnen theoretische en historiografische invalshoeken met betrekking tot de positie van schrijvers met elkaar in verband brengen en problematiseren, zoals blijkt uit de wijze waarop zij hierover communiceren in verschillende vormen, bijvoorbeeld in mondelinge voordrachten en journalistieke stukken, zowel voor medestudenten als voor een algemeen publiek.
|
|
In deze cursus richten we ons op de vragen: hoe opereren Nederlandse en Vlaamse schrijvers in een (internationale) markt? Hoe gaan ze om met opdrachtgevers, subsidiegevers, internationale projecten/festivals et cetera? Hoe presenteren ze zich? Welke betekenis/invloed hebben financiële en praktische kwesties op wat een schrijver produceert?
Er is structurele aandacht voor het internationale karakter van deze vraagstukken: Nederlandse en Vlaamse schrijvers acteren immers op een groter podium dan alleen Nederland en Vlaanderen, en wereldwijd beroemde auteurs uit andere landen oefenen als rolmodel invloed uit op de manier waarop Nederlandse en Vlaamse schrijvers opereren.
We belichten niet alleen internationale contexten, maar ook zowel moderne als historische perioden uit de Nederlandstalige literatuur. De stof wordt thematisch behandeld via invalshoeken als posture en self-fashioning, mecenaat, Nederlands cultuurbeleid in het buitenland.
Arbeidsmarktoriëntatie:
Opdrachten met communicatieve vaardigheden, bijdragen uit het werkveld, contacten met alumni in werkveld.
|
 |
|