De succesvolle student
- is op de hoogte van de belangrijkste (theoretische) begrippen op het gebied van T1 en (gestuurde en ongestuurde) T2 ontwikkeling.
- is in staat om in een werkstuk een van de aan bod gekomen onderwerpen verder uit te diepen en geven daarmee blijk literatuuronderzoek uit te kunnen voeren naar taalleerprocessen.
- is in staat de literatuur over taalleerprocessen te interpreteren in een onderwijscontext.
|
|
De cursus gaat in op de vraag hoe taalleerprocessen tot stand komen. Specifieker zullen de volgende onderwerpen aan bod komen:
- Het verschil tussen T1 en T2 verwerving
- Het verschil tussen spontane en gestuurde T2 verwerving
- Verschillen tussen leerders: leerderseigenschappen, tussentaal (interlanguage) en ‘ultimate attainment’
- Tweetaligheid en de invloed daarvan op het leren van een derde taal
- Taalleerstoornissen: hoe gaan bijvoorbeeld dyslectische leerlingen om met de eisen van het Moderne Vreemde Talenonderwijs?
|
|