|
De student is vertrouwd met het werkgebied van de klinische linguistiek; hij kent diverse (categorieën van) taal- en spraakstoornissen, weet hoe deze gediagnosticeerd kunnen worden en heeft enige kennis van hun behandeling. De student is bekend met taal/spraakpathologische theorieën en heeft inzicht in de relatie tussen de experimentele en theoretische linguïstiek en klinische linguïstiek. De student is in staat om klinisch-taalkundige onderzoeksvragen te formuleren.
|
|
|
Klinische linguïstiek is een tak van de taalwetenschap die zich bezighoudt met gestoorde taal- en spraakfuncties. Het gaat daarbij zowel om fundamenteel onderzoek (taal/spraakpathologie), als toegepast onderzoek op het gebied van diagnostiek en interventie. De student wordt in deze cursus vertrouwd gemaakt met dit wetenschapsgebied. Dat houdt in: kennisverwerving over diverse typen van taal- en spraakstoornissen bij kinderen en volwassenen, de diagnostiek daarvan, en de interventies die (o.m. door logopedisten) worden toegepast. De cursus besteedt bijzondere aandacht aan de vertaling van taalkundige inzichten naar de klinische praktijk.
|
|