SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: TL1V14001
TL1V14001
Taal: Feit en fictie
Cursus informatie
CursuscodeTL1V14001
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Aan het einde van de cursus heb je elementaire kennis opgedaan over een veelheid van talige verschijnselen en de analyse ervan. Bovendien ben je goed geïnformeerd over centrale vraagstukken en debatten in het taalwetenschappelijk onderzoek en kunt populaire mythen over taal met behulp van wetenschappelijke argumenten ontkrachten.
Inhoud
Vaak hoor je over taal beweringen zoals de volgende:
•          De Inuit hebben heel veel verschillende woorden voor sneeuw.
•          Het Chinees heeft geen grammatica.
•          De Aborigines spreken een primitieve taal.
•          Duits is een moeilijke taal.
•          De taalvaardigheid van de jeugd gaat achteruit.
•          Het Nederlands verloedert.
•          Anglicismen bedreigen het Nederlands.
•          Vlamingen praten geen/juist wel goed Nederlands.
•          Vrouwen praten meer dan mannen.
Zijn deze beweringen waar of populaire mythen over taal? Wat valt er vanuit een taalkundig perspectief over te zeggen? In deze cursus leer je om de plausibiliteit van populaire opvattingen over taal met wetenschappelijke methoden te controleren. Je maakt kennis met de wetenschappelijke studie van taal vanuit drie perspectieven:
•          Het perspectief van het individu (psycholinguïstiek: Hoe wordt taal geleerd? Hoe worden talige uitingen verwerkt/ geproduceerd? Wat kan er misgaan?)
•          Het perspectief vanuit de taal zelf (grammatica: Hoe zit taal als cognitief systeem in elkaar? Hoe is taal opgebouwd, vanaf het zinsniveau via de woorden tot de klanken? Hoe wordt betekenis toegekend?)
•          Het perspectief van de samenleving (sociolinguïstiek: Wat is variatie en waar komt het vandaan? Welke verschillen zijn er tussen talen en binnen talen? Hoe veranderen talen? Hoe zit het met verloedering? Wat is meertaligheid en wat voor oorzaken/gevolgen heeft het?)
SluitenHelpPrint
Switch to English