SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GE3V14052
GE3V14052
Onderzoeksseminar III A
Cursus informatie
CursuscodeGE3V14052
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Onderzoeksseminar-III is gericht op het zelfstandig kunnen uitvoeren van onderzoek op een bepaald onderwerp, met als resultaat een eindwerkstuk waarin je de vaardigheden tot wetenschappelijk denken, argumenteren en rapporteren demonstreert. Met dit eindwerkstuk sluit je je bachelor af. Je dient zelfstandig relevante bronnen en literatuur te zoeken, deze kritisch te analyseren binnen het kader van een eigen onderzoeksvraag en de bevindingen te toetsen aan de 'stand der wetenschap'.
Inhoud
Voltijd
Groep 1 Pim Huijnen Groep - maandag 09.00-12.45u (timeslot A)
Onderwerp: Crises en controverses in de moderne Duitse geschiedenis, 1870-1990

 Van de Eerste en Tweede Wereldoorlog tot de Koude Oorlog: Duitsland is als waarschijnlijk geen enkel ander westers land in de moderne geschiedenis het middelpunt geweest van zoveel internationale crises. Ook is er geen ander land dat zoveel werk heeft gemaakt van de verwerking van dat beladen verleden - met eigen crises en controverses tot gevolg. De focus in dit onderzoeksseminar ligt op het verloop van de Duitse geschiedenis sinds 1870, maar ook op de verschillende manieren waarop historici die geschiedenis hebben geprobeerd te interpreteren. Veel controverses - of het nu gaat om de aard van het nationaal-socialisme of het veronderstelde ‘unieke’ verloop van de Duitse geschiedenis - gaan uiteindelijk om de vraag ‘waarom Duitsland’? Het doel van deze cursus is om de uiteenlopende posities van historici in de debatten die in de twintigste eeuw in Duitsland zijn gevoerd te leren begrijpen en om er eigen, beredeneerde, meningen over te vormen.

Groep 2 Anna Tijsseling - donderdag  9:00-12:45 (timeslot C) 
Onderwerp: Baas in eigen buik? Feminisme in een transnationale context, 1960-1990

 'Moederschap komt in de huidige samenleving neer op slavernij’, aldus de Franse filosoof Simone de Beauvoir in 1976. Mondiaal werd er in de periode 1960-1990 intensief, luidruchtig en heftig gedebatteerd over man-vrouw-verhoudingen en over een rechtvaardige inrichting van de samenleving. Allerhande thema’s die vrouwen beperkten in hun bewegingsvrijheid werden op de agenda gezet en aan de kaak gesteld. Daarbij ging het om seksualiteit (geboortebeperking, ‘de pil’; recht op arbortus, ‘baas in eigen buik’; seksueel en fysiek geweld, ‘nee is nee’), intellectuele en persoonlijke ontwikkeling (stimuleren van meiden om naar school te gaan, ‘Marie wordt wijzer’), economische zelfstandigheid (‘gelijk loon voor gelijk werk’), politieke representatie en een verbetering van de combinatie arbeid en zorg voor vrouwen èn mannen.
De studenten bestuderen de tweede feministische golf als een actierepertoire dat zich over grenzen heen ontwikkelde. Welke voorvechters waren internationaal gerenommeerd en waarom? Welke relaties bestaan er tussen ontwikkelingen in de Verenigde Staten van Amerika en Europa rondom ‘1968’ en het feminisme? Daarbij gaat de aandacht uit naar de verplaatsing van ideeën en praktijken in de westerse wereld. De studenten schrijven een kritische historische analyse op basis van een bronnengedreven onderzoek aan de hand van een zelfstandig geformuleerde vraagstelling.

Groep 3 Stefanie Massink  – donderdag 13.15-17.00u (Timeslot B) 
Onderwerp:
 De internationale context van democratisering
In de jaren zeventig, tachtig en negentig van de twintigste eeuw vond een wereldwijde democratiseringsgolf plaats die door Samuel Huntington bestempeld werd als de "derde democratiseringsgolf." In deze periode democratiseerden meer dan dertig landen op verschillende continenten. Onderzoekers bestudeerden aanvankelijk de verschillende interne aspecten van democratisering. Hoewel niet te ontkennen valt dat binnenlandse ontwikkelingen een aanzienlijke rol spelen in democratiseringsprocessen, voltrekken regimewijzigingen zich doorgaans niet in isolatie van gebeurtenissen en invloeden van de buitenwereld. Geopolitieke ontwikkelingen en de belangen van externe statelijke en niet-statelijke actoren in een bepaald land spelen vaak een rol in democratiseringsprocessen. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor deze internationale factoren en actoren van democratisering. In het eerste deel van dit seminar bestuderen studenten de internationale context van democratisering vanaf 1974 tot heden. Door het kritisch lezen en bespreken van secundaire bronnen maken studenten kennis met dit onderwerp. Daarnaast werken studenten tijdens de bijeenkomsten met primaire bronnen. Tijdens blok 2 schrijven studenten een scriptie. Studenten bereiden zich in blok 1 al voor op dit intensieve schrijftraject onder andere door het bepalen van het onderwerp, de probleemstelling, het maken van een opzet en het uitwerken van een schrijfplan. 

Deeltijd
Reinbert Krol - donderdag 18.00-22.00u 
Onderwerp: Van Bismarck naar Hitler

Een van de meest bediscussieerde thema’s in de moderne Duitse geschiedenis is de vraag hoe de misdaden van Hitlers naziregime mogelijk waren. In dit werkcollege zal een aantal van deze verklaringen tegen het licht worden gehouden. De centrale vraag is of er tussen de eenwording van Duitsland (1871) olv Bismarck en de machtsovername door Hitler (1933) sprake was van continuïteit en/of discontinuïteit op het gebied van de politieke cultuur. Daarbij zal de aandacht uitgaan naar de stijl en vorm van de politiek van Bismarck, Wilhelm II, Hindenburg en Hitler. Hiermee samenhangend komen thema’s aan de orde als: de erfenis van Bismarck voor de ontwikkeling van liberalisme en democratie, de betekenis van de Obrigkeitsstaat voor het politiek-maatschappelijke leven, het antisemitisme rond 1900 en na 1933, de Weltpolitik, de erfenis van de Eerste Wereldoorlog, de politieke (in)stabiliteit van de Weimarrepubliek, de rol van propaganda en mythevorming ten aanzien van bepaalde leiders, en (het effect van) de binnen- en buitenlandse politiek onder Hitler.

Let op: 
OSIII is een op zichzelf staande cursus en wordt als apart cijfer voor 7,5 ECTS ingevoerd. Als je het BA eindwerkstuk (7,5 ECTS)  in het verlengde van OSIII volgt, hoef je je daar niet apart voor in te schrijven. Je schrijft het BA eindwerkstuk bij dezelfde docent in blok 2. 
 
De toetsing van OSIII is als volgt: 30% tentamen over gelezen literatuur (in week 3 of 4), 50% historiografisch essay als voorbereiding op het BA eindwerkstuk, 20% beredeneerde scriptieopzet. Indien de student OSIII wél haalt, maar het BA eindwerkstuk aansluitend niet, hoeft de student enkel het BA eindwerkstuk te herkansen.
SluitenHelpPrint
Switch to English