SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GE3V14014
GE3V14014
De heruitvinding van het burgerschap in Nederland omstreeks 1800
Cursus informatie
CursuscodeGE3V14014
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Eindtermen: na afloop van de cursus heeft de student zich onderstaande eindtermen eigengemaakt:
  • Kennis van een relevante historische casus op het gebied van het thema van verdieping
  • Kennis van en inzicht in de historische context van het thema van verdieping
  • Elementaire kennis van theorieën over het thema van de cursus
  • Kennis van methoden die relevant zijn voor de bestudering van de geschiedenis van het thema van verdieping
  • Kennis van de stand van wetenschap: het historiografisch debat
  •  Vaardigheid om zelfstandig onderzoek te doen naar een historisch vraagstuk op basis van een zelf ontwikkelde probleemstelling, met behulp van historische bronnen
  •  Elementaire vaardigheid in het toepassen van theorieën op historisch materiaal
  • Elementaire vaardigheid in data-analyse en het gebruik van de bijbehorende instrumenten in historische context
  • Vaardigheid om volgens academische normen te werken, o.a. wat betreft denken, handelen en communiceren en wat betreft gedragsnormen (‘eerlijke wetenschap’) 
Leerdoelen en vaardigheden: na afloop van de cursus heeft de student geleerd om:
  • Relevante wetenschappelijke artikelen en historische bronnen te kunnen vinden en beoordelen
  • Binnen het kader van het cursusthema een eigen onderzoeksonderwerp te bepalen
  • Een duidelijke vraagstelling te formuleren
  • Onderzoek te doen, gebaseerd op, onder andere, primaire bronnen en dat is ingebed in de historiografie
  • Onderzoek te operationaliseren
  • Primaire bronnen en literatuur binnen het kader van de onderzoeksvraag te analyseren
  • Conclusies te trekken op basis van het betoog
  • De resultaten van dat onderzoek schriftelijk en op academisch niveau te presenteren
  • Peer review over deelteksten van onderzoekswerkstukken te geven en te ontvangen
 
Inhoud
Dit is het onderzoeksseminar A van het Verdiepingspakket Staat en Burgerschap

Over deze cursus:
Aan het einde van de achttiende eeuw brachten de Patriotse Revolutie en de Franse bezetting radicale veranderingen in het politieke bestel. Binnen enkele decennia veranderde Nederland van een republiek in een monarchie en kreeg het een grondwet en een parlement. De Nederlandse Republiek kende een decentraal bestuur. Burgers hadden zelden stemrecht maar via allerlei corporatieve organisaties, zoals gilden, schutterijen en buurtschappen, waren zij betrokken bij het bestuur van hun stad of dorp. Burgerschap en verenigingslidmaatschap waren daardoor essentieel voor het functioneren van de samenleving. Na de revolutie ontstond een gecentraliseerde staat, waarin stadsburgerschap werd vervangen door staatsburgerschap, de gilden werden afgeschaft en bevoegdheden van het lokale niveau naar Den Haag werden overgeheveld. In deze cursus onderzoeken we wat er na de grondwet van 1798 gebeurde met de corporatieve organisaties die gestalte hadden gegeven aan het stadsburgerschap. In een aantal stadsarchieven gaan we daarvoor op zoek naar bronnen over het afschaffen van de gilden in de eerste helft van de negentiende eeuw. Welke maatregelen werden er genomen? Wat gebeurde er met de bezittingen van de gilden? Welke instanties namen de taken van de gilden over? Verenigden burgers zich in nieuwe organisaties? En kregen ze in het nieuwe politieke bestel daadwerkelijk meer te vertellen?

 
SluitenHelpPrint
Switch to English