In deze cursus gaat het om de muziekcultuur van Nederland.a.d.h.v. het  standaardwerk 'Een muziekgeschiedenis der Nederlanden' (2001/05). Hierin worden de historische ontwikkelingen van de Nederlandse muzikale infrastructuur beschreven. Het bestuderen van de muziek in een nationale context wordt geproblematiseerd aan de hand van huidige wetenschappelijke inzichten op dit terrein. Als theoretisch model hanteren we globaal dat van de elite- en volkscultuur, maar er zal ook alle aandacht zijn voor tussenvormen, grensverkeer en cross-overs. Voor de elite-muziek worden de belangrijkste Nederlandse componisten - van Sweelinck tot Schat - behandeld. Hun muziek zal worden besproken, terwijl ook het muziekleven waarbinnen zij maatschappelijk functioneerden een steeds terugkerend thema zal zijn. Via praktische training zal een aantal praktische vaardigheden worden getraind, in voorbereiding op de latere beroepspraktijk. Naast aspecten van de nationale elitecultuur, wordt ingegaan op de muzikale volkscultuur. Hierin staat het zingen van gewone mensen centraal, waarvan de ontwikkeling aanvankelijk wordt gevolgd aan de hand van liedboeken, -schriften en –blaadjes. De literaire dimensie wordt geadressseerd via gastdocenten.
 
Deze cursus kan daarom behalve voor studenten Muziekwetenschap ook voor studenten Nederlands, Geschiedenis en TCS van belang kan zijn.NB: Als je de cursus 200501232 Nederlandse muziekcultuur eerder behaald hebt, mag je deze cursus niet volgen. De cursussen zijn weliswaar anders van opzet en niveau, maar lijken inhoudelijk teveel op elkaar. 
Deze cursus maakt deel uit van het verdiepingspakket Historische muziekwetenschap en bouwt voort op de kennis en vaardigheden die zijn opgedaan in basispakketten 1 en 2. In dit pakket verdiepen studenten hun historische en theoretische kennis van het object en trainen zij vakspecifieke vaardigheden. Hierbij kun je denken aan onderzoeksmethodes die specifiek zijn voor het veld of de disciplines, of aan specifieke professionele vaardigheden.