Aan het eind van deze cursus heeft de student:
· Basale kennis verworden over theorievorming rondom cultuurbeleid en de relatie tussen media, cultuur en samenleving
· Inzicht gekregen in het Nederlandse culturele veld en in de interne structuur en de dynamiek van enkele aansprekende instellingen daarbinnen;
· Inzicht gekregen in de wisselwerking tussen het culturele veld met de rest van de samenleving en het onderzoek dat daarnaar wordt verricht.
Tevens heb je academische vaardigheden verworven:
· in het opzoeken en analyseren van informatie;
· in het doordenken van de praktische gevolgen van theoretische analyses;
· in het uitvoeren van een klein empirisch onderzoek naar een instelling in de culturele sector;
· in mondeling en schriftelijk presenteren van onderzoeksgegevens.
|
|
In deze cursus staan niet de media- of cultuuruitingen zelf (theatervoorstellingen, films, televisieprogramma’s e.d.) centraal, maar richten we ons op het culturele veld: de context waarbinnen deze uitingen worden geproduceerd, gedistribueerd en vertoond. Media- en cultuuruitingen worden beschouwd als het resultaat van (samenwerkings)processen, en niet als op zichzelf staande fenomenen of het werk van één duidelijke maker. Deze samenwerking kan tijdelijk of éénmalig zijn, maar ook duurzaam. In het laatste geval kan dit leiden tot de vorming van organisaties die de productie, de distributie en de receptie van kunstwerken sturen aan de hand van gedeelde waarden en vaststaande regels. Dit fenomeen wordt ook wel aangeduid als de institutionalisering van media en cultuur.
In de cursus wordt de bik zowel naar binnen als naar buiten gericht. De blik naar binnen richt zich op de vraag wat voor soorten culturele instellingen er zijn en welke relaties er tussen deze instellingen bestaan. De blik naar buiten richt zich op de plaats van media en cultuur in de samenleving, onder andere door te kijken naar het debat over de waarde van kunst en cultuur, de grondslagen van het media- en cultuurbeleid en de motieven van mensen om naar media en cultuur te (komen) kijken. Naast dit meer op de praktijk georiënteerde perspectief biedt de cursus een introductie in de gangbare theoretische benaderingen van het fenomeen. We kijken naar opvattingen over (de totstandkoming van) media en cultuur binnen onder meer de kunstsociologie, de kunstfilosofie en de kunsteconomie. Zo is er aandacht voor concepten als conventies, hoge en lage cultuur, prestige, instituties en creatieve industrie. Deze concepten worden besproken aan de hand van het handboek Sociology of the Arts van Victoria Alexander, een reader met wetenschappelijke teksten en beleidsteksten, en concrete cases (onder meer ingebracht door gastsprekers). Op deze manier wordt een beeld geschetst van het wetenschappelijke discours over de media- en cultuurwereld, en van het debat erover binnen de samenleving en de media- en cultuurwereld zelf. Als eindopdracht wordt met behulp van de aangereikte concepten een veldonderzoek uitgevoerd naar een culturele instelling. Daarmee wordt geleerd om de relatie tussen theorie en praktijk te leggen, en bovendien de mogelijkheid geboden om contact te leggen met de media- en cultuurpraktijk. In dit opzicht draagt dit onderdeel van de cursus ook bij aan de beroepsoriëntatie van de student.
Deze cursus is een academische contextcursus, wat inhoudt dat de cursus een oriëntatie biedt op een specifieke benadering binnen het domein van media en cultuur. De cursus biedt daarbij onder andere een inleiding op het minorprogramma Kunst, Beleid en Maatschappij, en sluit goed aan bij de thematiek van de masteropleiding Arts and Society.
Early exit option for international exchange students
Students who are required to return to their home university by the end of December, are allowed to choose an early exit option. Students must always make individual arrangements with the course coordinator. In general, there are two options that can be facilitated:
1. Finishing the course before Christmas break, receiving 5 ECTS for the course.
2. Completing the course by 'distance learning' (extra assignments, papers etc) in the month of January, receiving 7.5 ECTS for the course.
|
 |
|