|
De student verwerft inzicht in de betekenis van de belangrijkste middeleeuws-Latijnseauteurs en hun verbondenheid met hun voorgangers aan de hand van een selectie meesterwerken van de Latijnse literatuur van de Middeleeuwen;maakt kennis met Latijnse teksten in brontaal en vertaling aan de hand van deze meesterwerken; leert verworven kennis en inzicht verwoorden, mondeling en schriftelijk. De succesvolle student is in staat om relevante bronteksten in vloeiend Nederlands te vertalen en hun context te interpreteren.
|
|
|
In dit blok komen de bekende meesterwerken uit de Middeleeuwen aan bod. We lezen in het Latijn en gedeeltelijk ook in vertaling de werken van Augustinus, Boethius, Hildegard von Bingen, Bernardus van Clairvaux, de briefwisseling van Abelard en Héloïse. Daarnaast onderzoeken we via secundaire literatuur maar ook via andere, niet per se talige hulpbronnen (muziek, beeldmateriaal, handschriften) het belang van deze auteurs en centrale figuren in de middeleeuwse cultuur. Voor zover van toepassing kijken we ook naar het belang van deze werken in de actualiteit. Het niveau van de teksten en de manier van werken sluiten aan bij niveau 3: zelfstandige omgang met bronteksten en secundaire literatuur, vormen van presentatie en toetsing.
NB Systematische behandeling van de Latijnse grammatica behoort niet tot de cursusdoelen; cursus gaat uit van algemene kennis van de Latijnse grammatica (zie voorkennis).
|
|