Let op: de stages worden door de docenten geregeld op basis van de wensen binnen de groep. De precieze stageplekken en opdrachten kunnen van cursus tot cursus verschillen. In de eerste week worden de stages verdeeld. Niet alle voorkeuren kunnen worden gehonoreerd.

Aanmelden
Voor deze cursus kan een wachtlijst gelden als het maximaal aantal inschrijvingen (20 studenten) is overschreden. De selectieprocedure vindt plaats in volgorde van aanmelding, mits de student voldoet aan de instroomeisen, en vooropgesteld dat de studentenpopulatie (studierichtingen) een evenwichtige samenstelling heeft.

De inschrijving sluit op 10 oktober (!). Direct na sluiting wordt via een E-mail bericht aan de student de stagevoorkeur (C of E) opgevraagd. Deze voorkeur moet binnen een week (vóór 17 oktober) via een 'reply' worden doorgegeven. Uiterlijk op 25 oktober volgt een bericht van toelating. Dit kan alleen positief zijn als vóór 17 oktober adequaat gereageerd is op het E-mail bericht over de voorkeur voor C of E stage. Niet altijd kan de eerste stage voorkeur (C of E) worden gehonoreerd in verband met de beperkte beschikbaarheid van schoolstages.

De cursus wordt voor de laatste keer gegeven in periode 2. Vanaf periode 3 is de cursus vervangen door de cursus Oriëntatie op de Onderwijspraktijk (BETA-B2OOP, niveau 2 cursus in tijdslot D) en de in 2015-2016 startende cursus met een stage met een communicatieve inslag.

Deze cursus bestaat uit instituutsbijeenkomsten en stage-activiteiten in een CE-werkveld (Educatie, E: school, of Communicatie, C: science museum, NME centra, etc). Je bent tijdens de cursus slechts op één stageadres werkzaam, maar door de uitgebreide aandacht voor elkaar tijdens de voorbereiding en de reflectie op stage-ervaringen verbreed je je perspectief op het CE-werkveld.

Tijdens de instituutsbijeenkomsten plan je je stagewerkzaamheden zodat je planmatig een les of een communicatieactiviteit kunt voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Daarbij leer je elkaar feedback te geven, zodat je elkaar kunt ondersteunen bij het functioneren op de stageplek. Tijdens de werkcolleges oefen je met behulp van simulaties. Het is belangrijk daarbij rekening te houden met de doelgroep: voor wie is het onderwijs, wie zijn de bezoekers van het science museum, of voor wie wordt het NME-lespakket gemaakt? Het onderwijs, de communicatie moet aansluiten bij wat de doelgroep al weet of herkent, en wat de doelgroep aanspreekt. Op deze manier komen vakdidactische theorieën over leer- en communicatieprocessen, leerlingen/lekendenkbeelden en activerende werkvormen aan de orde.

Aan het eind van de cursus vindt een uitgebreide uitwisseling van stage-ervaringen plaats door over je werk te presenteren, elkaar vragen te stellen en elkaar feedback te geven.

Let op: deze cursus kan NIET samen met de educatieve minor.