|
De succesvolle student
- raakt vertrouwd met selecte begrippen van taalkundig onderzoek;
- maakt kennis met selecte issues m.b.t. taalarchitectuur, taalvariatie, taalverwerving, door lezing van artikelen waarin diverse optieken worden ontvouwd;
- leert algemene taaloverstijgende perspectieven op het verschijnsel taal te verbinden aan taalspecifieke perspectieven;
- leert reflecteren op taalkundige issues
- leert elementaire academische schrijfvaardigheid in Nederlands of opleidingstaal
|
|
Taal is een uniek menselijk verschijnsel dat zich manifesteert in de verschillende talen die op de wereld gesproken worden. In deze cursus maak je kennis met de wetenschappelijke studie van de menselijke taal in zijn algemeenheid en in relatie tot specifieke talen (bijv. het Nederlands, Duits Frans, etc.). Deze kennismaking gebeurt aan de hand van drie grote thema’s: (i) taalarchitectuur (Hoe zit taal als cognitief systeem in elkaar?), (ii) taalvariatie (Welke verschillen zijn er tussen talen en binnen talen?), en (iii) taalverwerving (Hoe leert men een taal?). Elk van deze thema’s wordt bestudeerd vanuit het perspectief van een aantal centrale vraagstukken en debatten (b.v. (a) de rol van ‘nature’ versus ‘nurture’ in taalontwikkeling en taalvariatie, (b) de opslag versus beregeling (computatie) van taalmateriaal, (c) eenheid versus variatie, (d) de positieve versus negatieve rol van de moedertaal tijdens tweede-taalverwerving, (e) de afbakening van standaardtaal tegenover dialect, (f) de localisatie van de talige architectuur in het brein, (g) taalverandering of taalverloedering, (h) verschillen tussen taalverwerving als kind en als volwassene). Tevens verwerf je elementaire vaardigheden op het gebied van academisch schrijven en lezen via een programma van intensieve feedback.
In 2013-2014 zijn de werkgroepen als volgt ingedeeld:
groep 1: eerstejaars Taalwetenschap (voertaal Nederlands)
groep 2: eerstejaars Taalwetenschap en studenten Portugees/Literatuurwetenschap/LAS/TCS (voertaal Nederlands)
groep 3: eerstejaars en ouderejaars Duits (voertaal Duits)
groep 5: eerstejaars en ouderejaars Frans (voertaal Frans)
groep 6: eerstejaars en ouderejaars Italiaans (voertaal Italiaans)
groep 7: eerstejaars en ouderejaars Keltisch (voertaal Nederlands)
groep 8: eerstejaars Spaans (voertaal Spaans)
|
 |
|