Computationele grammatica's voor de analyse van syntaxis en
semantiek kunnen gemodelleerd worden
als gespecialiseerde
logica's. Het deductieve perspectief
op grammatica's maakt
het mogelijk om krachtige technieken
uit de algoritmische
bewijstheorie in te zetten voor de
studie van natuurlijke
taalverwerking.
Deze cursus heeft drie onderdelen.
Om te beginnen bestuderen we
deductief ontleden voor context-vrije
grammatica's en hun generalisaties.
We formuleren de bewijsprocedures
die horen bij de vertrouwde parseeralgoritmen voor deze grammatica's
(top-down
en bottom-up ontleden, en gemengde regimes van het
Earley type).
In het tweede deel van de cursus
staat typenlogische grammatica's
centraal, en verwante formalismen zoals pregroep grammatica's en minimalistische
grammatica's. In deze grammatica's hebben
de categoriesymbolen zelf de status
van logische formules.
Herschrijfregels worden dan
overbodig; afleidingen worden
geformuleerd in termen van de
logische connectieven waaruit
complexe categoriesymbolen zijn
opgebouwd. Het computationele
verwerkingsmodel voor deze formalismen maakt gebruik van
bewijsnetten. Bewijsnetten vormen een
natuurlijke interface
voor de Curry-Howard
analyse van betekenisassemblage, die
de basis vormt voor functionele programmeertalen.
In het derde deel van de cursus
bestuderen we de prestaties
van het menselijke taalverwerkingssysteem. We laten zien dat
bewijsnetten een goed model vormen
voor de eindige computationele
capaciteiten van het menselijke
verwerkingssysteem.